Ernstige leerproblemen en verweven psychische problematiek

Problemen die elkaar wederzijds beïnvloeden

Leerproblemen en psychische of psychosociale problemen kunnen min of meer gescheiden van elkaar voorkomen, maar vaak is er sprake van wederzijdse beïnvloeding en versterken de problemen elkaar. We spreken dan van ‘leerproblemen en verweven psychische problematiek’.

Binnen de klinische praktijk zien we hiervan onder meer de volgende voorbeelden:

  • Kinderen of jeugdigen met gehechtheidsproblemen die moeite hebben met emotieregulatie en executief functioneren en daardoor forse leerachterstanden op één of meerdere schoolvakken niet ingehaald krijgen.
  • Kinderen of jeugdigen met een neurobiologische ontwikkelingsstoornis (autisme, adhd), een sterk disharmonisch cognitief profiel en hardnekkige leerproblemen.
  • Kinderen of jeugdigen met dyslexie/dyscalculie die forse angst- of stemmingsklachten hebben ontwikkeld en in een negatieve spiraal terecht zijn gekomen, waarbij de angst- en stemmingsklachten ook weer de leerprestaties belemmeren.
  • Kinderen of jeugdigen met traumagerelateerde klachten die veel dagelijkse stress ervaren en daardoor weinig effectieve leertijd hebben, waardoor zij forse leerproblemen ontwikkelen.
Comorbiditeit bij ernstige leerproblemen

Het tegelijkertijd voorkomen van verschillende stoornissen of problemen bij één persoon wordt comorbiteit genoemd. Verschillende problemen kunnen ook na elkaar voorkomen, er wordt dan wel gesproken van sequentiële comorbiditeit. Het samengaan van verschillende stoornissen of problemen is eerder regel dan uitzondering. Ook (ernstige) leerproblemen staan bijna nooit op zichzelf.

Vanuit wetenschappelijk prevalentieonderzoek en in de klinische praktijk worden vaak onderstaande combinaties van stoornissen en problemen gezien:

  • Dyslexie en dyscalculie: ruim een derde van de kinderen met dyslexie heeft ook dyscalculie en bijna twee derde van de kinderen met dyscalculie heeft ook dyslexie. Hieraan ligt mogelijk een gedeeld tekort in de informatieverwerkingssnelheid ten grondslag.
  • Dyslexie/dyscalculie en ad(h)d: ongeveer een kwart van de kinderen met dyslexie of dyscalculie heeft ook ad(h)d. Ook minder ernstige aandachts- en werkhoudingsproblemen worden vaak gezien in combinatie met (ernstige) leerproblemen.
  • Dyslexie en TOS: een derde tot de helft van de kinderen met TOS heeft ook dyslexie en veel kinderen met dyslexie hebben in bepaalde mate spraak-taalproblemen.
  • DCD en rekenproblemen: de tekorten in de informatieverwerking die passend zijn bij DCD, zoals visueel-ruimtelijke tekorten, kunnen samengaan met (forse) rekenproblemen.
  • ASS en rekenproblemen: informatieverwerkingsproblemen bij kinderen met autisme kunnen samengaan met (forse) rekenproblemen.
  • Dyslexie/dyscalculie en emotionele problemen: kinderen met een leerstoornis hebben een groter risico op internaliserende problemen zoals angst- en somberheidsklachten.
  • Gehechtheid/trauma en leerproblemen: kinderen met gehechtheidsproblemen en kinderen met traumagerelateerde problematiek kunnen (forse) leerproblemen ontwikkelen. Met name rekenproblemen worden vaak gezien bij deze kinderen.
Mengbeelden

Bij Expertisecentrum Ponto volgen we de ontwikkelingen in de wetenschap en in de klinische praktijk op de voet. Zo is er veel discussie over de term comorbiditeit. Steeds vaker stelt men dat de term comorbiditeit niet echt passend is als het gaat om psychische stoornissen. De classificaties van psychische stoornissen zoals die in DSM-5 staan beschreven, verwijzen namelijk niet naar werkelijk bestaande ‘ziekten’. Bovendien overlappen de criteria voor verschillende stoornissen inhoudelijk behoorlijk.

Hieraan verwant is de discussie over het categorisch kijken naar stoornissen. Dat wil zeggen dat diagnostiek er vaak op gericht is te bepalen of er wel óf niet voldaan wordt aan de criteria van een specifieke stoornis. Er worden echter steeds meer vraagtekens gezet bij de houdbaarheid en wenselijkheid van deze categorische wijze van denken.

Op basis van recente theoretische verklaringsmodellen kunnen we steeds beter begrijpen hoe verschillende soorten problematieken in één persoon kunnen samengaan. Dat heeft ermee te maken dat de meeste stoornissen voortkomen uit een samenspel van meerdere, gedeelde risicofactoren. Dit leidt tot ‘mengbeelden’ of combinaties van verschillende problemen. Ook sluit dit aan bij een dimensionele visie op stoornissen. Dit wil zeggen dat specifieke kenmerken in meer of mindere mate bij een persoon aanwezig zijn.

Bij Expertisecentrum Ponto worden de ernstige leerproblemen en de psychische problematiek als mengbeeld en dus in samenhang met elkaar bekeken. Dit vraagt om geïntegreerde en specialistische zorg.

Bronnen (o.a.):
  • Braams, T. (2019). Handboek Dyslexie. Theorie en praktijk. Boom uitgevers.
  • McGrath, L. M., Peterson, R. L., & Pennington, B. F. (2020). The multiple deficit model: Progress, problems, and prospects. Scientific Studies of Reading, 24(1), 7-13.
  • Pennington, B. F. (2006). From single to multiple deficit models of developmental disorders. Cognition, 101(2), 385–413.
  • Ruijssenaars, A. J. J. M., van Luit, J. E. H., van Lieshout, E. C. D. M., & Kroesbergen, E. H. (2021). Handboek dyscalculie en rekenproblemen. Een dynamisch ontwikkelingsperspectief. Lemniscaat.
  • Scheepers, F. (2021). Mensen zijn ingewikkeld. Een pleidooi voor acceptatie van de werkelijkheid en het loslaten van modeldenken. De Arbeiderspers.